Schouderpijn is één van de meest voorkomende musculoskeletale klachten die vooral bij bovenhandse sporten zoals volleybal, handbal, tennis of waterpolo vaak voorkomt (Erwin et al. 1998). De incidentie varieert tussen 0,2 - 1,8 blessures per 1000 uren bovenhandse sport (Asker et al. 2018). De incidentie varieert van sport tot sport en stijgt naarmate het sportniveau toeneemt met bijvoorbeeld een prevalentie van 36% schouderklachten bij elite handbal speelster, nog voor het seizoen begint (Finch et al. 2006). Bij zwemmers ervaart maar liefst 23-38% een blesure binnen één kalenderjaar (Walker et al. 2012)! Tijdige identificatie, preventie en revalidatie zijn dus cruciaal.

Welke zijn nu de meest voorkomende schouderaandoeningen bij bovenhandse sporten?

Enkele van de meest voorkomende blessures in de schouder bij bovenhandse sporten zijn:

  • SLAP* laesies: scheur van het bovenste deel van het gewrichtskapsel.
  • Rotator cuff scheur: dit is het (gedeeltelijk) afscheuren van de pees/spierbuik van één van de vier voornaamste schouderstabilisatoren.
  • Algemene schouderinstabiliteit: spieren, pezen en ligamenten in en rond het schoudergewricht verliezen de mogelijkheid om de bovenarm te stabiliseren en controleren in het schoudergewricht.

Oorzaak en risicofactoren van schouderaandoeningen

Naast het feit dat een (sportgerelateerd) trauma aan de oorzaak kan liggen van dergelijk schouderprobleem, is over-of incorrecte belasting van de schouder een veelvoorkomende en vermijdbare oorzaak. Een recente systematische review (Hoppe et al. 2022) identificeerde de volgende risicofactoren voor het oplopen van overbelastingsgerelateerde schouderklachten (Tabel 1)

Tabel 1. Risicofactoren voor schouderklachten t.g.v. overbelasting

Modificeerbaar

Niet modificeerbaar

Inadequate trainingsbelasting

Geslacht

Kracht tekort schouderspieren

BMI

Spieronevenwicht in de schoudergordel, met name de verhouding inwendige en exteren schouderotatoren

Leeftijd

Afwijkende positie in rust of bij activatie van het schouderblad t.g.v. spieronevenwicht Eerdere blessures
Bewegingsbeperkingen  

 

Scapulaire dyskinesie speelt dus een grote rol in het onstaan van klachten door disbalansen in beweeglijkheid, kracht en controle (Burn et al. 2016). Bovendien is de dyskinesie contextueel afhankelijk van de sportspecifieke bewegingsvereisten (vb. zwemmen vs handbal). Belangrijk te weten is dat de bewegingscontrole van de schouder sterk afhangt van de kleinere spieren. Hun kracht, controle en uithouding dient in balans te zijn in statische en dynamische bewegingen. Wanneer dit het geval is zorgen ze ervoor dat het schoudergewricht en de beenderen optimaal t.o.v. elkaar bewegen en de dyskinesie remediëren. Gedetailleerd werk is hier dan ook aangewezen, idealiter aangevuld met objectieve krachtmetingen van de belangrijkste rotator cuff spieren:

  • Infraspinatus
  • Supraspinatus
  • Teres minor
  • Subscapularis
  • Evt. ook de serratus anterior

Objectieve evaluatie van de spierkracht wordt best uitgevoerd d.m.v. hand held dynamometrie (HHD) waardoor een objectief beeld ontstaat (Borms et al. 2018). Bovendien zijn er referentie waarden die het revalidatieplan helpen bijsturen en toelaten om te weten wanneer training of wedstrijden terug hervat kunnen worden. Tot slot is onze ervaring dat het helpt voor de patiënt om zijn / hen / haar progressie op te volgen.

👉 voor meer info over het belang van HHD en een casus voorbeeld van Magnus klikt u hier.

👉 lees hier de publicatie omtrent HHD referentiewaarden bij overhead athletes

Behandelstrategie en preventief beleid

Het behandelen van schouderklachten omvat dan ook onderstaande aanpak.

Stap 1. Gedetailleerd onderzoek

Identificatie van oorzaken van de klachten d.m.v. gedetailleerd onderzoek.

Dit omvat de evaluatie van:

  • kracht (isometrische HHD krachttesten)
  • spiercoördinatie (vb. scapulothoracale controle)
  • beweeglijkheidstesten van de betrokken gewrichten
  • trainingsbelasting (volume, frequentie en intensiteit)

Foto: voorbeeld van een isometrische krachttest met HHD van de schouder exorotatoren

schouderklacht_kracht_test_kinesist
sleeper_stretch_stijve_schouder_pijn

Stap 2. Remediëren van onevenwichten

Na een uitgebreid onderzoek kan de focus gelegd worden op het herwinnen van de juiste balans op 3 niveau's

1. Spierniveau

Zowel de absolute kracht, uithouding als controle van spieren moeten hier in acht genomen worden. Het doel is een goede verhouding krijgen tussen de dominante en niet dominante spieren opdat de beweginge correct uitgevoerd kan worden.

2. Beweeglijkheid van schouder en omliggende gewrichten

Door de repetitieve (vb. zwemmen) of hoog explosieve (vb. baseball) sportbewegingen ontstaan er vaak bewegingsbeperkingen op niveau van het gewricht of de spieren rond de schoudergordel. Indien tekorten leiden tot afwijkende bewegingspatronen worden die gecorrigeerd opdat een normaal beweegpatroon kan gerealiseerd worden. We denken hierbij vooral aan de volgende gewrichten en spieren:

  • schouderblad t.o.v. ribben
  • bovenarm t.o.v. schouderblad
  • cervicale en thoracale wervelkolom
  • sleutelblad
  • spierlengte van de pectoralis major en minor

3. Coördinatie van de schouderbewegingen

Dit is op te bouwen van van statische, aspecifieke controle naar functionele, dynamische en sportspecifieke controle. Schouderblad controle bij een worp is bijvoorbeeld erg verschillend van de controle vereiste tijdens het zwemmen.

Foto: sleeper stretch om een stijf schouderkapsel te stretchen

Stap 3. Tussentijdse herevaluatie i.f.v. aanpassing programma

Het regelmatig hertesten van de bevindingen uit het onderzoek is cruciaal om te weten of er progressie is. Doordat zowel kracht, beweeglijkheid en controle worden bijgestuurd is het mogeljk om snelle winsten te boeken. Daar waar de krachtoename wat meer tijd nodig heeft zijn de andere elementen sneller op te sporen.

Bewegingscontrole

Een voorbeeld kan zijn om controle te kunnen behouden van het schouderblad tijdens bewegingen van de arm. Een goed voorbeeld is het bewegen van de arm tegen met controle van het schouderblad. In de foto kan je zie je bijvoorbeeld een uitwendige draaibeweging van de arm waarbij voornamelijk de focus ligt op het controleren van het schouderblad. Het is meer een controle dan krachtoefening.

Kracht

Hertesten van kracht d.m.v. HDD laat toe om een indicatie voor return to play en return to sport. Van zodra de juiste verhouding ontstaat, verlaagt het risico op overbelasting vanwege dominante spieren en kan het volume, intensiteit of de frequentie van het sporten worden opgebouwd.

Foto: oefening met aandacht voor controle schouderblad bij bovenarm exorotatie met weerstand

schouder_pijn_oefening_kracht_controle

Nood aan meer onderzoek over preventie bij schouderklachten

Ondanks de kennis van algemene en sportspecifieke risicofactoren is er nood aan meer onderzoek om de ware efficiëntie van preventie programma's verder te optimaliseren. In de tussentijd raden we bij Magnus aan om zoveel mogelijk factoren te objectiveren in de revalidatie en niet overhaast aan de slag te gaan. Starten met een uitvoerige analyse en objectieve meet parameters (ROM en kracht) zijn essentieel om de impact van de behandeling en oefentherapie op te kunnen volgen.

Vragen omtrent schouderpijn -of klachten?

Heb je zelf last van schouderklachten, heb je eerder letsels gehad en wil je deze in de toekomst voorkomen of wil je gewoon wat meer informatie?

Aarzel niet om ons te contacteren, onze Magnus kinesitherapeuten helpen u graag verder.

Referenties